Op dinsdag 6 juni 2023 stemt de Tweede Kamer over de Investeringsverplichting die is ingediend door de Staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media). De Dutch Directors Guild was blij met het oorspronkelijke wetsvoorstel dat bedoeld was om het Nederlands cultureel audiovisueel product te stimuleren, maar de afgelopen maanden is de invulling ervan door coalitiepartijen afgezwakt.

Oproep
Daarom doen de Creatieve Coalitie, ACT Acteursbelangen en DDG een laatste oproep aan CDA-kamerlid Lucille Werner om haar amendement in te trekken, zodat het geld terechtkomt bij films, series, en documentaires, zoals bedoeld in de Europese richtlijn over audiovisuele mediadiensten en het sectoradvies Zicht op zo veel meer van de Raad voor Cultuur.

Amendement Werner
Met een amendement van Lucille Werner (CDA) wordt het type producties dat onder de investeringsverplichting valt uitgebreid, bijvoorbeeld met reality- en spelprogramma’s. Streamingsdiensten zouden maximaal de helft van de Investeringsverplichting in deze genres mogen steken. Effectief zou het percentage voor fictie en documentaires daarmee naar 2,5% gaan.

Brief
Daarom stuurde de Creatieve Coalitie samen met vertegenwoordigers van ACT Acteursbelangen en Dutch Directors Guild een brief aan Kamerlid Lucille Werner, met het verzoek om het amendement in te trekken (lees de volledige brief hieronder).

Jarenlange betrokkenheid
De DDG is al jaren betrokken bij het wetsvoorstel en riep afgelopen maart nog op om bij de kern van het wetsvoorstel van de Investeringsverplichting te blijven. Recent ondertekenden we ook een brief waarin we nogmaals uiteenzetten waarom de audiovisuele sector een goede Investeringsverplichting nodig heeft.


Laatste oproep aan Kamerlid Lucille Werner (CDA)

Utrecht, 31 mei 2023

Betreft: stemmingen wet investeringsverplichting

Geachte mevrouw Werner en mevrouw Van ‘t Westeinde,

In deze persoonlijke brief aan u trachten wij extra helderheid te verschaffen waarom de wet investeringsverplichting zo belangrijk is voor het culturele deel van de audiovisuele sector. Tevens trachten wij enige misverstanden weg te nemen. Uiteraard zijn wij bereid bijgaande brief aan u persoonlijk nog toe te lichten alvorens over de wet – en desbetreffende amendementen – wordt gestemd op dinsdag 6 juni.

Om bij het begin te beginnen. Sinds de Raad voor Cultuur het rapport ‘Zicht op zo veel meer’1 uitbracht kijkt de audiovisuele cultuursector reikhalzend uit naar de invoering van een streamingheffing of een ambitieuze investeringsverplichting. Het rapport concludeert namelijk het volgende: “De groeiende aanwezigheid en invloed van grote buitenlandse partijen, met voornamelijk internationale content, brengen echter de levensvatbaarheid van de Nederlandse audiovisuele sector in gevaar.” Daarbij wordt specifiek ingegaan op het culturele deel van de audiovisuele sector; wetende films, series en documentaires die bedoeld zijn voor exploitatie bij bioscopen, televisieomroepen, onlinekanalen én ook streamingsdiensten. De zakelijke dienstverlenings- en de amusementskant van de audiovisuele sector vaart er wezenlijk beter bij.

Niet alleen het aanbod van de culturele tak van de audiovisuele sector staat onder druk, dat geldt te meer ook voor de tarieven en inkomsten die er worden verdiend. Dat blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek van HTH Research. De gemiddelde inkomsten van regisseurs uit regiewerk is tussen 2016 en 2019 gedaald naar een inkomen van slechts €24.650 per jaar.

Wij betreuren dat in het Tweede Kamerdebat het absorptie- en verdienvermogen van de gehele audiovisuele sector het beeld heeft vertroebeld op de penibele situatie waarin het culturele deel zich bevindt. In het culturele deel van de audiovisuele sector zijn eerlijke tarieven (Fair Pay) en het verdienvermogen voor alle makers en rechthebbenden immers zéér ondermaats en onder modaal. Niet voor niets concludeerde de Sociaal Economische Raad (SER) in het rapport ‘Passie Gewaardeerd’ dat hierop urgent politiek beleid dient te worden gevoerd. Dat heeft opvolging gekregen in een Fair Pay-programma waar door dit kabinet, ook mede door het toedoen van het CDA, geld voor is gereserveerd.

Dit alles is niet los te zien van de wet investeringsverplichting. Door een ambitieus percentage af te spreken voor het culturele deel van de audiovisuele sector kunnen er niet alleen méér producties worden gemaakt, maar worden makers vooral ook in de gelegenheid gesteld om eerlijk te verdienen aan films, series en documentaires.

Daarom vragen wij u in deze persoonlijke brief om uw stemgedrag en amendementen te herzien. In de consultatieversie van de wet investeringsverplichting (zomer 2022) kon het culturele deel van de audiovisuele sector rekenen op een investeringsverplichting van 6%. In de definitieve versie van de wet was dit afgeschaald naar 4,5%. En nu dreigt het percentage te dalen naar 2,5%. Dat is immers 50% van de 5% investeringsverplichting die is gealloceerd voor het culturele deel van de sector, conform het coalitieakkoord. Dit is een bittere pil voor een sector die lang niet uitsluitend ‘hoogdravende’ films, series en documentaires produceert. Dit is immers ook de sector die series oplevert als De Luizenmoeder, Het Jaar van Fortuyn, Rampvlucht.

Concreet laat het zich raden waar wij, als makers, bij zijn geholpen. Namelijk een zo hoog mogelijke investeringsverplichting (6%), zonder verbreding van de genres met een zo hoog mogelijk aandeel gealloceerd voor onafhankelijke producenten.

Wij hopen dat u bereid bent om makers uit de sector alsnog tegemoet te treden tijdens de stemmingen van dinsdag 6 juni.

Met vriendelijke groet,

Maarten Treurniet, Dutch Directors Guild
Malou Gorter, ACT Acteursbelangen
Bert Wagenaar van Kreveld, ACT Acteursbelangen
Thomas Drissen, De Creatieve Coalitie

 

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.