Raad voor Cultuur beoordeelt subsidieaanvragen culturele basisinfrastructuur

Sectornieuws

Donderdag 19 mei, 2016

De Raad voor Cultuur heeft over 77 subsidieaanvragen van culturele instellingen een positief advies gegeven. Zij kunnen wat de raad betreft deel uitmaken van de Culturele Basisinfrastructuur 2017- 2020 (BIS). Over 41 subsidieaanvragen heeft de raad een negatief advies gegeven; bij 14 daarvan krijgen de instellingen een herkansing. Zij moeten voor de start van de nieuwe subsidieperiode een nieuw plan indienen. In een aantal gevallen adviseert de raad een nog onvervulde plek in de BIS opnieuw open te stellen. In totaal hebben de instellingen voor ongeveer 250 miljoen euro subsidie aangevraagd; er is ruim 220 miljoen euro per jaar beschikbaar.
In het advies motiveert de raad welke culturele instellingen volgens hem vanaf 2017 in aanmerking komen voor een vierjarige rijkssubsidie. Er zijn 118 aanvragen door de raad beoordeeld op basis van de criteria kwaliteit, educatie en participatie, maatschappelijke waarde (waaronder publieksbereik en ondernemerschap) en geografische spreiding. Het gaat om subsidieaanvragen van zeer uiteenlopende culturele organisaties: van symfonieorkesten tot musea, van jeugdtheatergezelschappen tot presentatie-instellingen. De raad heeft bij de beoordeling van de aanvragen ook het functioneren van de instelling in de afgelopen periode betrokken.
Instellingen die deel willen uitmaken van de culturele basisinfrastructuur, de ruggengraat van het Nederlandse cultuurbestel, hebben zich na de bezuinigingen van de afgelopen jaren knap herpakt. De raad vindt dat zij over het algemeen goede plannen hebben ontwikkeld en ook over hun artistieke niveau is de raad meestal tevreden. Maar achter de schermen laten de geslonken budgetten wel diepe sporen na: het zijn vooral de makers, kunstenaars en het personeel die financieel de klappen opvangen. Zij werken vaker in deeltijdaanstellingen, als zzp’er en voor relatief zeer lage vergoedingen.
De raad is enthousiast over de aandacht die de instellingen besteden aan talentontwikkeling en educatie – zowel gericht op scholen in het basis- en voortgezet onderwijs als op volwassenen of senioren. Hij is van mening dat cultuuronderwijs een stevige plek verdient in het curriculum. De raad vindt dat de instellingen zich wel meer moeten inspannen om een publiek te trekken dat een betere afspiegeling vormt van de veranderende bevolkingssamenstelling in Nederland. Dat geldt overigens ook voor de vaak onevenwichtige samenstelling van de raden van toezicht. In hun plannen besteden de meeste instellingen nog te weinig aandacht aan diversiteit; ook de manier waarop zij invulling geven aan de Code Culturele Diversiteit is vaak beperkt. De jeugdtheatergezelschappen en filmfestivals vormen hierop een positieve uitzondering.
Minister Bussemaker (OCW) heeft bij de samenstelling van de BIS gekozen voor rust en stabiliteit. De raad heeft begrip voor deze keuze, maar is wel van mening dat de rijkssubsidiëring van het cultuurbestel toe is aan een herijking. Trends en ontwikkelingen in en buiten de cultuursector maken het nodig de functie van de BIS en cultuurfondsen opnieuw helder te beschrijven en meer in verband te brengen met het lokale cultuurbeleid. De raad stelt de volgende stappen voor:
Ga opnieuw na welke voorzieningen er binnen en tussen disciplines minimaal aanwezig moeten zijn in een landelijke, culturele basisinfrastructuur.
Bepaal welke ondersteunende functies (bijvoorbeeld op het gebied van onderzoek, cultuureducatie, digitalisering) landelijk nodig zijn voor een florerend cultureel klimaat.
Nodig stedelijke regio’s uit met plannen te komen voor een regionale, culturele infrastructuur. De raad ziet in dit opzicht al interessante initiatieven in het land. Verleen als Rijk, naast directe financiering aan BIS-instellingen, medefinanciering aan deze plannen als ze voldoen aan vooraf te stellen criteria.
De raad komt volgend jaar al met sectoradviezen, onder meer op het gebied van film, muziek en beeldende kunsten. Ook zal hij advies uitbrengen over de beleidsopties om stedelijke regio’s meer centraal te stellen in het cultuurbeleid. Voor een investeringsagenda verwijst de raad naar de eerder gepubliceerde ‘Agenda Cultuur’.
Beleidsmatig gezien is de komende periode een tijd van transitie, artistiek gezien een tijd waarnaar de raad reikhalzend uitkijkt. De subsidieaanvragen die hij heeft beoordeeld, laten eens te meer zien dat er in Nederland een hoogwaardig en divers aanbod van kunsten is. Een aanbod waarvan de raad van harte wenst dat het door velen gezien en gekoesterd zal worden.
Het volledige advies is te vinden op www.cultuur.nl

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.