NPO overname rol Mediafonds

Sectornieuws

Vrijdag 18 oktober, 2013

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) onderzoekt momenteel hoe de functie van het Mediafonds binnen de NPO belegd kan worden. De algemene vraagstelling luidt: ‘Hoe kan de NPO de door hem gereserveerde € 14 miljoen op zodanige wijze inzetten dat met de gehanteerde werkwijze de ontwikkeling en productie van hoogwaardige drama en documentaires, en de talentontwikkeling op dat gebied, voldoende worden geborgd?’

De DDG is sterk voorstander van behoud van het huidige Mediafonds, omdat het naar behoren functioneert en omdat opheffen ‘kapitaalvernietiging’ betreft, zoals de Raad voor Cultuur zelf ook concludeerde in haar advies. In onze antwoorden op de vragen die wij van NPO kregen, als input voor hun onderzoek, blijkt dan ook dat de principes van het huidige Mediafonds van essentieel belang zijn voor een kwalitatieve programmering op de publieke omroep.

VRAGEN AAN DDG

Het Mediafonds verstrekt onder andere subsidie voor de productie en/of de ontwikkeling van radio- en televisieprogramma’s ten behoeve van de landelijke publieke omroepen. Het gaat om culturele producties die bijzonder zijn, van hoogwaardig artistiek gehalte en van Nederlandse origine.Eén van de doelstellingen van het onderzoek is te beoordelen op welke manier bovenstaande opdracht kan worden uitgevoerd met behoud van de huidige waarborgen voor de kwaliteit van deze producties. Dit vergt aldus in eerste instantie een antwoord op de vraag naar de relevantie van de criteria zoals die door het Mediafonds worden gehanteerd.

1. Welke criteria (zie voetnoten onderaan) van het huidige Mediafonds zou u ook in de toekomst graag gecontinueerd zien?

Genoemde criteria (zie voetnoten) vinden wij zeer relevant. Het gaat om kwetsbare, tegendraadse en artistiek relevante producties die zonder steun vanuit dit bijzondere fonds (de NPO beloofde een fonds, of een pot, van 14 miljoen euro) niet gemaakt zouden kunnen worden, c.q. die niet behoren tot het reguliere aanbod. Het gaat dus ook om producties die niet direct binnen NPO-formats of thema-programma’s of wedstrijden vallen.
Het is van belang dat dit een fonds is dat onafhankelijk is (of gegarandeerd en gewaarborgd zo kan werken, dwz niet deel is van omroeppolitiek, formats / timeslots, kijkcijfer- of doelgroep overwegingen).

Het gaat om programma’s (drama-producties en documentaire) die op hun inhoudelijke merites worden beoordeeld. Bovengenoemde criteria zorgen voor hoge kwaliteit en vernieuwende producties, die kijkers en andere makers kunnen inspireren. Wij denken dat het van belang is om hierbij te herinneren aan de verplichting om minstens 10% van deze programma’s te laten maken door onafhankelijke producenten (Europese wetgeving art. 13)

Organisatorisch werpt dit onderzoek ook een aantal vragen op. In de huidige structuur van het Mediafonds brengt een adviescommissie een advies uit over een subsidieaanvraag. Deze adviescommissie wordt per aanvraag samengesteld uit een grote groep adviseurs. De Raad van Bestuur van het Mediafonds is het orgaan dat uiteindelijk beslist of de aanvraag wel of niet wordt toegewezen.

2. In hoeverre zou volgens u een vergelijkbaar beoordelingssysteem moeten worden gehandhaafd?

Bij het Mediafonds werkt dit syteem met adviescommissies naar behoren, dus het lijkt ons raadzaam deze over te nemen. Externe adviseurs zonder (financiële) banden met de NPO.
Door de opgelegde bezuinigingen van het kabinet daalt het totale budget van de landelijke publieke omroep de komende jaren met meer dan een derde. Toch heeft de NPO toegezegd uit eigen middelen een budget van € 14 miljoen ter beschikking te stellen ten behoeve van talentontwikkeling en hoogwaardige drama en documentaire. Om zoveel mogelijk van het NPO-budget naar de producties voor de landelijke publieke omroep te kunnen laten gaan, is het doel de overhead zo klein mogelijk te houden en de werkwijze zo efficiënt mogelijk in te richten binnen de publieke omroep en met zoveel mogelijk inzet van de bestaande expertise binnen de publieke
omroep.

3. Heeft u suggesties om de expertise binnen de publieke omroep zo efficiënt mogelijk in te kunnen zetten?

Het is van belang dat genoemd budget ‘ge-oormerkt’ wordt, werkt als een ‘fonds’ – zie ons advies bij vraag 1.
Suggesties? Zie ons antwoord op vraag 2

Voetnoten:

*Bijzonder wordt op de website van het Mediafonds als volgt gedefinieerd:

Onder bijzonder wordt verstaan dat het programma niet behoort tot het reguliere aanbod: dat dus niet in het algemeen al gemaakt wordt en ook zonder subsidie tot stand komt of tot stand behoort te komen.

**Hoogwaardig artistiek gehalte wordt op de website van het Mediafonds als volgt gedefinieerd:

Hoogwaardig artistiek gehalte van een programma of de ontwikkeling van een plan waarvan kan worden verwacht dat het van hoogwaardig artistiek gehalte is hangt samen met, o.a. de kwaliteit en de originaliteit van het ingediende plan. Bij televisieprojecten speelt een rol de visuele vormgeving en filmische vertaling daarvan. Ook de reputatie van de voorgestelde programmamaker en medewerkers speelt een rol, evenals de verwachtingen die aanvrager en bestuur hebben van jong, weinig ervaren talent.

Speciaal bij drama gaat het om de kwaliteit van de ingediende scenario’s, de kracht en structuur van het verhaal, de opbouw en kwaliteit van de dialogen. Bij documentaires zijn in het bijzonder de vormgeving en de behandeling van het onderwerp van belang.

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.