Op de set: Dokter Tinus

Blog

Woensdag 27 maart, 2013

Dit keer bezoekt de Gazet de set van Dokter Tinus. De televisieserie vertelt over een stijve chirurg die naar een klein dorp trekt om daar de plaatselijke huisarts te worden. Regisseur Pollo de Pimentel: “Televisieseries worden steeds belangrijker. Zij vertellen de verhalen van deze tijd.”
Het oord waar Tinus (Thom Hoffman) naartoe verhuist, is een zuidelijk gehucht: Woudrichem. Daar kom je per pont. De veerman verkoopt je persoonlijk een kaartje en verontschuldigt zich voor de smerige ramen. “We zochten een plaats aan het water, maar niet aan zee. Die kustplaatsjes zijn zó lelijk,” vertelt regisseur Pollo de Pimentel. “Woudrichem is een beeldschoon vestingdorpje en de inwoners vinden het leuk dat we er zijn. Alle figuratie komt hier vandaan en ze hebben zelfs een Dokter Tinus-wandelroute opgestart. In Amsterdam wil iedereen je het liefst weer zo snel mogelijk zijn straat uit hebben.”
Vandaag vinden er opnames plaats voor de eerste aflevering van het tweede seizoen Dokter Tinus, de komische dramaserie op SBS6. Het is de Nederlandse versie van het Engelse Doc Martin. De Pimentel: “Het is geen één-op-één vertaling, maar wel één-op-één-komma-één. Dokter Tinus is een stadse hork die wordt overvallen door een bloedfobie en daarom zijn functie als chirurg moet neerleggen. Hij verhuist naar het platteland, waar hij als huisarts moet diagnosticeren, en wordt gedwongen medeleven te tonen, te luisteren en begrip op te brengen. En dat lukt hem natuurlijk niet. Het is een simpel concept, maar zo rijk, daar kun je jaren mee doorgaan.”
Dat de serie in het Nederlands werkt, komt door de herkenbaarheid. Chirurgen hebben ook bij ons de reputatie patiënten te reduceren tot enkel ledematen en organen en ook wij kennen de stad-versus-dorp-strijd. Dokter Tinus’hoofdpersonages zijn archetypes. Naast de dokter zijn er onder anderen een schooljuf, een klusjesman en een agent. “Die kun je overal neerzetten,” zegt de regisseur. “Dat is de reden dat er niet alleen een Nederlandse, maar bijvoorbeeld ook een Spaanse versie van is. De Engelse humor blijft echter superieur: de lompheid van de arts is niet karikaturaal, maar menselijk: hij is nu eenmaal zo. Wij doen ons best dat na te doen.”
Voor een armoedig huis staat een hele zooi wasmachines en koelkasten. Tegen de muur leunt een wc-bril. Thom Hoffman loopt als dokter Tinus telefonerend naar zijn auto. De crew snelt achterwaarts voor hem uit. “Geef dat shot iets meer vlees qua lichtspullen,” wordt er duister geroepen, als een reflectiescherm bijna in beeld is. Nog obscuurder wordt het als de jonge acteur Willem Voogd vertelt dat het huis vol staat met opgezette dieren. Voogd: “Tinus komt bij ons langs, omdat we salmonella hebben en hij ontdekt dat er veel meer aan de hand is.” De Pimentel licht toe: “In elke aflevering is er een medisch mysterietje.”

 
Een kwaaie dobermann staat aan een ketting teblaffen. Een bordje waarschuwt voor hem. Hij is natuurlijk niet echt boos; zijn begeleider is verstopt achter een wasmachine en zorgt dat hij tekeer blijft gaan. “We hebben nog een back-uphond, voor als Diesel geen zin meer heeft,” vertelt de coach. “Voorlopig houdt hij het vol. Hij zal straks wel echt gesloopt zijn.” Dat dat bulderen voor een hond uitputtend is, merk je als hij even helemaal stil valt. De regisseur mompelt dan ‘kut’ in plaats van ‘cut’. “Ik vind het zo zielig, die hond wil spelen,” zegt acteur Tygo Gernandt. Hij vertolkt de sullige politieman Ken. Zodra Diesel klaar is, blijkt waar het beest op had zitten wachten. Hij rent naar de dijk en gaat lekker zitten kakken.
In de volgende scène rijdt Gernandt met Hoffman in een politiebusje. Een groot reflectiescherm op wielen wordt onder het gewicht van twee jongens op zijn plek gehouden. De acteurs hebben nauwelijks aanwijzingen nodig. “Dat is zo leuk aan televisie,” legt De Pimentel uit. “De spelers kennen hun rollen zo door en door, dat ze er zelf mee verder gaan. Ze zijn dus zelfstandiger.” Dat is handig bij een serie die door vier verschillende regisseurs gemaakt wordt: “Je probeert het verhaal zoveel mogelijk in dezelfde stijl neer te zetten. Het scheelt dat we steeds dezelfde cameraman hebben en ook de acteurs, die ons kunnen helpen met de continuïteit. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we allemaal onze eigen stempel op de serie drukken.”
De decoupage is voor televisie misschien wat minder belangrijk, maar het verhaal des te meer, meent de regisseur: “In series kun je uiteindelijk dieper op de zaken ingaan, omdat je heel trage ontwikkelingen kunt laten zien. Ze worden ook steeds belangrijker. Meer nog dan films vertellen ze de verhalen van deze tijd. Films worden steeds meer circusattracties – ik chargeer nu een beetje, hoor – maar de focus ligt meer op de special effects, de stunts en de actie dan op de dialogen en de vertelling. Bij televisie moet je veel meer met het verhaal en de karakters doen, anders is er niks aan. Daarnaast heb je in de Nederlandse filmindustrie vaak te maken met twee uitersten: ‘best kunstzinnig’, wat vaak te arty is, of ‘te plat’.Dokter Tinus zit in het gebied daartussen.”
De Pimentel neemt nog snel voor de lunch de ontknopingsscène door. Hij loopt met de acteurs mee naar de politiebus. Op het busje en agentenpak staat niet het officiële politielogo. Sinds januari 2013 moet de Nationale Politie toestemming geven voor het gebruik daarvan en die kreeg Dokter Tinus niet. De productiemaatschappij spande een kort geding aan en ze zullen vandaag de uitslag krijgen. “De NOS is er nu ook,” vertelt Gernandt. “Dit is al twee weken nieuws. Nou ja, daar heb ik niks op tegen. Dat is voor ons alleen maar goed.” Die avond krijgen ze te horen dat de rechter zich in hun voordeel heeft uitgesproken. Gelukkig, want we weten al sinds Jan Klaassen dat het leuk is om grappen over agenten te maken. Gernandt kan dus zijn rol als “playmobil”-agent blijven voortzetten in officieel kostuum. Daar zal hij blij mee zijn, want ook offscreen sluipt hij in een fel oranje jas met getrokken pistool langs de muren.
 

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.