In memoriam Theo van Haren Noman (29 april 1917 – 6 februari 2021)

Sectornieuws

Dinsdag 16 februari, 2021

Theodorus Josephus van Haren Noman behoorde tot de voorname groep vroege Nederlandse documentairemakers die vanaf 1945 zowel het bijzondere als het alledaagse leven op film vastlegde en daarmee een onvervangbaar tijdsbeeld naliet. Op zaterdag 6 februari 2021 overleed de Nederlandse cineast Theo van Haren Noman. Hij werd 103 jaar oud.

‘Oprechte belangstelling’, ‘enthousiasme’, ‘charmant’, ‘precies en kundig’ en ‘geestig’ zijn enkele van de kwalificaties die klinken bij het noemen van de naam van Theo van Haren Noman. Collega-filmmakers spreken met weemoed over ‘the good old days’ waarin filmers de kunst en de techniek om beelden te kunnen vastleggen door de inwerking van licht op een lichtgevoelige laag op een filmstrook tot in de puntjes moesten beheersen. Filmmaken was toen nog als het vervaardigen van een maatpak door de hand van een meester. Cineasten stonden in die tijd hoog in aanzien. Door het als uitzonderlijk fraai gekwalificeerde zwart-wit materiaal en het documentaire karakter worden deze films goed bewaard én goed bekeken.

Met het overlijden van Theo van Haren Noman eindigt een eeuw die voor het eerst is vastgelegd op celluloid en daarop voortleeft. Er zal vast en zeker nog regelmatig door historici, schrijvers en documentairemakers worden geput uit het rijke cinematografische werk dat Theo van Haren Noman nalaat.

Levensloop
Op zijn tiende zag Theo van Haren Noman hoe zijn vader Dirk (1888- 1966) de eerste Nederlandse caravan bouwde, de houten Hano-kampeerwagen op twee wielen met kleine ramen aan de zijkant. Ook Theo’s grootvader Dirk (1854-1896) was uiterst creatief én technisch. Op jonge leeftijd zette hij in de tweede helft van de 19e eeuw een fototoestel in elkaar waarmee hij tijdens zijn carrière als vooraanstaand professor in de dermatologie verschillende vormen van huidziekten vastlegde. Misschien niet heel verrassend in het licht van deze talenten van vader en grootvader bleek de verborgen passie van de jonge Theo van Haren Noman fotografie en film. De beroepskeuzetest bij een Psychotechnisch Bureau wees dat ook uit en een opleiding aan de prestigieuze l’ÉcoIe Technique de Photographie et de Cinéma in Parijs kwam in het verschiet. Het was 1939. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte bruut een einde aan dit plan. Van Haren Noman keerde noodgedwongen terug naar Nederland en trouwde met Albertina Bruins (1918-2011). In 1941 werd hun eerste zoon Dirk Jan geboren gevolgd door (de latere cineast) Alfred Eric in 1943. De harde praktijklessen tijdens de oorlog bij fotografen als Jacob Merkelbach (1877-1942) en Menno Huizinga (1907-1947) zorgden ervoor dat Van Haren Noman in de zomer van 1945 aan de slag kon als reportagefotograaf bij het Algemeen Nederlandsch Fotobureau (ANEFO).

Begin 1947 startte Van Haren Noman zijn filmopleiding als leerling-cameraman bij de filmfabriek Polygoon Profilti Productions (PPP) die het journaal in de bioscoop verzorgde onder de noemer Neerlands Nieuws en Wereldnieuws. De onderwerpen waren kenmerkend voor die jaren: wederopbouw, het koningshuis, voetbal, tradities, volksfeesten en andere nationale zaken om trots op te zijn zoals het onderwerp van het eerste eigen journaal-item van Van Haren Noman zelf, ijsbrekers die het dichtgevroren Noord-Hollands kanaal ‘bevrijdden van het ijs’. De woordkeuze en de kenmerkende stem van Philip Bloemendal (1918-1999) onderstreepten het enthousiasme en droegen bij tot het ten doel gestelde groeiend nationaal besef. Na de oorlog was er behoefte aan optimisme en de bezoeker moest de bioscoop tevreden verlaten. Er volgden opdrachtfilms over onderwerpen als de Nederlandse Spoorwegen en de Marine. In 1948 maakte Van Haren Noman samen met (scenario)schrijver Anton Koolhaas (1912-1992) Moeder des Lands ter ere van het 50-jarig jubileum van Koningin Wilhelmina. De openingsscène liet Philip Bloemendal en Jeanne Roos (1916-2001) samen in bed zien. Jeanne Roos was de eerste Nederlandse omroepster van de NTS en journaliste van Het Parool. De inmiddels gescheiden Van Haren Noman trouwde met haar in 1952. In 1955 werd hun zoon Philippe geboren.

De eerste grote dramaproductie na de oorlog was De dijk is dicht geschreven en geregisseerd in 1950 door Anton Koolhaas. Voor Van Haren Noman was het zijn eerste ervaring als cameraman van een lange speelfilm met acteurs als Kees Brusse (1925-2013) en Kitty Knappert (1929).
Bruin Goud, in opdracht van de chocoladefabriek Van Houten, was Van Haren Nomans eerste niet-in-dienstverband gemaakte film die hij in 1952 samen met producent Louis van Gasteren (1922-2016) maakte. De spannende reis naar Afrika die de film crew voor deze opdracht maakte, resulteerde in een tweetal kortere films: Dwars door de Sahara en Accra, haven zonder kranen. Een voor cameramensen zware beproeving: wekenlang met tientallen filmblikken, kwetsbare camera’s en -lenzen in een tochtige jeep door het eindeloos hete Afrikaanse zand ploeteren. De filmmakers werden bij thuiskomst enthousiast onthaald door de directie van de firma Van Houten.

Filmfestival Cannes
In 1957 filmde Van Haren Noman zijn eerste vrije film, Een leger van gehouwen steen. De film werd op het Filmfestival van Cannes geselecteerd en vertoond. Naast vele andere prijzen ontving de film onder meer de Staatsprijs voor de Nederlandse Film. Deze met gedichten gelardeerde film over oorlogs- en verzetsmonumenten werd tot ver in de jaren 60 tijdens de jaarlijkse 4 mei herdenking op televisie vertoond. De film is een indringende ode aan het verbeelden van leed en verzet.

In 1959 volgde zijn tweede vrije film, Gisteren komt nooit weerom… gebaseerd op de verhalen van de literaire chroniqueur van het vooroorlogse Joodse Amsterdam, Meyer Sluyser (1901-1973). Van Haren Noman regisseerde en produceerde de film, het camerawerk was van Gait Berk (1926-2006). De film is een documentair verhaal over de Joodse wijk in Amsterdam vlak voor de oorlog vol oude journaalopnames en op locatie gefilmde scenes van honderden Joodse Amsterdammers als figuranten. Een opvallende vrije film uit 1962 was ‘t Was een vreemdeling zeker, een vertelling over Sinterklaas. Van Haren Noman koos voor een originele aanpak door uitsluitend kindertekeningen te gebruiken om het verhaal van de goedheiligman die vanuit Spanje naar Nederland reist te verbeelden. De film ontving diverse internationale prijzen. Van Haren Noman wisselde zijn vrije films af met opdrachtfilms voor o.a. Shell, de Coöperatieve Handelsvereniging, de overheid (ministerie van Landbouw en Visserij, ministerie van C.R.M.), universiteiten en instellingen. Ook deze films werden in de bioscopen vertoond.

Aan het eind van de jaren 60 legde Van Haren Noman zich toe op het maken van informatieve films zoals een dertiendelige serie over de Middeleeuwen. Deze werd voorafgaand aan de jeugdserie Floris van Paul Verhoeven (1938) op televisie uitgezonden. In 1970 regisseerde Van Haren Noman de deplorabele toestand van de Borobudur, het beroemde boeddhistisch heiligdom op Java dat hoognodig gerestaureerd moest worden. De jaren 70 besteedde Van Haren Noman aan het maken van Titanspots, de voorloper van de Postbus 51 filmpjes en onderwijsfilms. Na het neerleggen van zijn camera in de jaren 80, nam Van Haren Noman tot op zeer hoge leeftijd het penseel ter hand en maakte opnieuw beeld maar nu in aquarel en olieverf.

Micaela van Rijckevorsel

Foto door Robert van Alphen, 2011

Lees hier ook het artikel over Theo van Haren Noman in de Volkskrant

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.