De Travis Technique

Blog

Donderdag 18 oktober, 2012

Dit is wat we allemaal doen: we vertellen tegen de acteurs waar ze moeten staan, waar ze moeten kijken, waar ze tekst geven. Als het goed is hebben we met hen gesproken over het karakter dat ze spelen en wat de ontwikkeling is die ze doormaken. We weten heel goed welke emotie er op elk moment gevoeld zou moeten worden. En als we goed gecast hebben doen de acteurs hun werk en heb je als regisseur weinig meer te doen. 
 

 
 
Wat acteursregie nog meer kan zijn dan het geven van aanwijzingen aan acteurs, werd door de Amerikaan Mark Travis in een workshop van vijf dagen gedemonstreerd aan een groep van 10 regisseurs. De DDG haalde Mark Travis naar Nederland in samenwerking met het Binger Filmlab en het Filmfonds. Wie zich op tijd had ingeschreven had de unieke kans om met professionele acteurs aan het werk te gaan met de ‘Travis Technique’, een methode die hij over de hele wereld onderwijst en die er in de eerste plaats op gericht is om levende karakters voor de lens te krijgen in plaats van goed, of minder goed, acterende acteurs. Het werd een reis vol ontdekkingen, verrassingen en nieuwe praktische handvaten.
Het basisprincipe is heel simpel: hou ermee op de acteurs te regisseren, maar regisseer de karakters. Velen van ons zullen dat automatisch al doen als we een acteur een aanwijzing geven (“Je komt de kamer binnen en ziet ineens je vrouw in tranen”). Door die aanspreekvorm heb je het tegen het personage en niet tegen de acteur. Maar achter dat principe ligt een schat aan mogelijkheden die we vaak onbenut laten, een onontgonnen terrein dat aan de hand van verschillende technieken door Travis in vijf dagen voor ons werd ontsloten.

Het comité & de ondervraging

Wie als regisseur zijn huiswerk heeft gedaan en zijn script heeft geanalyseerd, zal kunnen vertellen wat de motieven zijn van een karakter. Dat geeft een acteur duidelijkheid en richting, en het is speelbaar. Maar waar Travis in deze workshop vanaf het begin op hamerde, is dat iedereen in het dagelijks leven een complex aan stemmen in zijn hoofd heeft die de overzichtelijkheid van één zo’n motief weerspreken. Die stemmen worden door hem ‘het comité’ genoemd, en om de karakters in een film te kunnen laten functioneren als mensen in het echte leven, is het zaak om bij hen dat comité niet te willen uitschakelen maar al die stemmen nu juist aan te spreken.
 

 
De voornaamste techniek die hij daarbij hanteert is de ondervraging, die je als regisseur zelf afneemt bij de karakters, tijdens de repetities en voorafgaand aan de scène. Let wel: een ondervraging is iets wezenlijk anders dan een interview, waarbij een acteur rustig de kans heeft om zijn achtergrondgeschiedenis op te dreunen en wat feiten uit het script kan noemen om de omtrekken van de situatie te schetsen. Bij een ondervraging wordt het karakter het vuur aan de schenen gelegd, verleid, gechanteerd, gestreeld, beledigd en geschokt, waardoor er spontaan dingen uit het karakter naar boven komen die niet bedacht zijn, allemaal met het doel om de acteur de ruimte te geven zelf het karakter te zien ontstaan en daar zelf de schepper van te zijn, zonder dat iemand hem dat oplegt. Het creëert vervolgens ruimte voor de acteur – maar hier moet ik eigenlijk zeggen het karakter – om in de scène spontaan te handelen waardoor we die ook gaan ervaren als bestaand, levend, ademend, autonoom handelend.

Worsteling

De techniek van de ondervraging blijkt veel te vragen van een regisseur, omdat je in de ondervraging in principe alle stemmen van het comité vertegenwoordigt dat het karakter in zijn hoofd heeft. Je bent in feite ook aan het acteren. In het oefenen daarmee, bleek het ook erg lastig om een goede balans te vinden tussen aanmoedigende of scherp bekritiserende stemmen, en de momenten te timen waarop je die inzet. Maar naarmate de workshop vorderde was goed te zien hoe iedereen er plezier in begon te krijgen en de techniek kon toepassen om het personage met de juiste lading de scène in te sturen. En wat misschien nog wel de belangrijkste ontdekking was: door zo intensief met het karakter in dialoog te gaan, maak je als regisseur een veel persoonlijker contact met de personages van je film, en word je zelf deel van hun complexe wereld. De scène speelt zich niet langer buiten je af, maar staat in direct contact met je eigen binnenwereld.
De ondervragingstechniek op zich is al zo complex en kent zoveel regels dat er door Mark Travis hele workshops aan gewijd worden. Het was dan ook jaloersmakend om hem er zelf mee aan het werk te zien, en getuige te zijn van de resultaten die hij er in korte tijd mee neer kon zetten. Maar het was minstens zo leerzaam om collega’s ermee te zien worstelen, en te zien hoe iedereen het op zijn eigen manier toepaste. Ook als je de Travis Technique niet in zijn volledigheid wilt overnemen, zijn er altijd onderdelen die je goed zullen liggen en aansluiten bij je eigen manier van werken.

Mise-en-scene & subtekst

Behalve de ondervragingstechniek, besteedde Travis ook aandacht aan de kracht en de werking van mise-en-scene. Ook hier was het verbluffend om te zien hoe Travis zelf met de acteurs aan het werk ging en met vaak kleine aanpassingen in de mise-en-scene een volledig andere lading aan de scène kon geven. Hij daagde ons uit om voorbij de voor de hand liggende posities te zoeken, en te onderzoeken waar de dramatische spanning komt te liggen als je daarin gaat schuiven, acteurs op andere plekken neerzet, ze met hun rug naar elkaar toe laat staan of juist confronterend dichtbij elkaar. Een kwart draai of een neergeslagen blik op het juiste moment bleek vaak voldoende om een scène te laten kloppen waar alles voorheen nog gekunsteld aanvoelde.

Personages zeggen zelden wat ze willen of wat ze voelen. Dan wordt het plat. Ook het werken met subteksten bleek onder Mark Travis een gebied waar nog veel te halen valt. Aan de hand van simpele oefeningen, waarin de acteurs bv. achter elke claus hun subtekst uitspreken, liet hij zien hoeveel hiermee bereikt kan worden. Interessant werd het ook toen de personages van hem de opdracht kregen door elkaars teksten heen hun innerlijke roerselen hardop te benoemen. De scènes die dat opleverde waren hilarisch, maar het resultaat dat het gaf toen de scène uiteindelijk gespeeld werd zoals hij op papier stond, was ook hier weer een revelatie.

Het kan altijd beter

De Travis Technique ontvouwde zich aan ons gedurende de workshop als een volledig universum, dat gebouwd is op een simpele maar steekhoudende filosofie. Travis ontwikkelde zijn methode over een periode van meer dan vijftig jaar, door te experimenteren met de theorieën van Stanislavski, Meisner, Grotowski en andere vernieuwers op het gebied van spelregie. Maar de basis van zijn techniek is even toevallig ontstaan als de Wet van Archimedes: op een dag was hij aan het werk met twee actrices die zo onmogelijk waren om mee te werken dat hij besloot ze niet langer aan te spreken en alleen nog maar te praten tegen de karakters die ze speelden. Het resultaat was verbazingwekkend, en de rest is geschiedenis. Zijn eerste boek, ‘Directing Feature Films’, was een No. 1 bestseller. Inmiddels werken veel regisseurs in Hollywood met zijn methode, en is het resultaat van zijn werk te zien geweest in o.a. Men of Honor, Jack and Me, Norma Jean en TV-series als Lois and Clark, Melrose Place, Strong Medicine en Ally McBeal.
Gedreven door het idee dat het altijd beter kan, ontwikkelt hij nog dagelijks nieuwe oefeningen. De meeste oplossingen waar hij mee aankwam tijdens de workshop ontstonden ook spontaan, gebaseerd op de specifieke problemen waar een scène ons voor stelde. Daarmee liet hij zien dat het geen rigide theorie is maar levende kennis, die voortkomt uit een volledig opgaan in de materie. Het speelveld dat daardoor wordt ontsloten is grenzeloos, en daagt je als regisseur uit om daar in te stappen met alles wat je in je hebt. En niet met lege handen. In die ene week heeft hij de aanwezige regisseurs een koffer vol gereedschap en een grote dosis nieuwsgierigheid meegegeven waar iedereen bij voelde dat je daar nog jaren mee doorkan. Het is te hopen dat het zal lukken om Mark Travis de komende jaren terug te laten komen om zijn inspiratie door te geven aan nieuwe generaties regisseurs in Nederland.
Deze workshop is mede mogelijk gemaakt door het Nederlands Filmfonds.

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.