DDG Seminar: The Making of…. Diversiteit in de film- en televisiesector 

Blog

Vrijdag 28 oktober, 2016


Hoewel er sprake is van meer vormen van diversiteit (leeftijd, geslacht, handicap, sociaal-economisch) ligt de focus van deze middag op culturele diversiteit. Na een intens muzikaal optreden van Meral Polat en Remco Sietsema heet Willemien van Aalst, directeur van het Nederlands Film Festival, het publiek welkom.
Moderator Kim Coppes start het programma en de middag wordt geopend met een filmpje waarin Tessa Boerman (bestuurslid DDG, documentaire regisseur) zich afvraagt waarom je, terwijl de samenleving al lang gekleurd is, daar niets van ontdekt op tv. Hoe kan dit monoculturele drama ontstaan? Het argument ‘ze zijn er niet’ weerlegt ze: ‘Ze zijn er wel, maar ze worden niet gezien’. Beleidsmakers, opleidingen, castingbureau’s, producenten en redacties zouden hun netwerk moeten uitbreiden. Een andere verklaring betreft de makers. Makers kiezen vaak voor mensen die op hen lijken. Makers vertellen verhalen vanuit hun eigen fascinatie en wereldbeeld. Dat moet vooral altijd zo blijven, maar als makers te veel op elkaar lijken, krijgen we alleen maar werk dat op elkaar lijkt. Het belang van diversiteit moet je blijven herhalen. Het kan een blinde vlek zijn of keihard racisme, maar het resultaat is hetzelfde: een groot deel van de bevolking blijft buiten beeld. Hoe evenwichtiger de afspiegeling is, hoe beter we kunnen samenleven. Voor het eerst in de geschiedenis wordt er nu sectorbreed werk gemaakt van culturele diversiteit. https://youtu.be/vnh176LrLyg
 

Diversiteit leidt tot nieuwe vormen van expressie

20160927 - Utrecht - Foto: Ramon Mangold/ NFF - Nationale Film Conferentie, Diversiteits Seminar door de Dutch Directors Guild (DDG). Nike Jonah.

Nike Jonah, foto: Ramon Mangold

Nike Jonah (bestuurder European Cultural Foundation, voormalig projectleider Arts Council UK) geeft een theoretisch exposé over de noodzaak van culturele diversiteit in de kunsten. Diversiteit is een integraal onderdeel van het artistieke en creatieve proces. Het is een belangrijk element en de dynamiek ervan stuurt ons vooruit. Het vindt nieuwe vormen van expressie uit, nieuwe genres en het brengt ons dichter naar een diepgaande dialoog in de hedendaagse samenleving. Zo is de roep om diversiteit niet een klacht, pleidooi of manifest, maar een invalshoek om kunst fundamenteel te begrijpen. Het gaat verder dan de morele kant: het implementeren van diversiteit in onze instituties omdat dit het juiste zou zijn om te doen. Ook verder dan de juridische kant: er wordt ons verteld dat we diversiteit moeten doorvoeren. En ook verder dan de zakelijke kant. Al die argumenten hielden er geen rekening mee dat we het over kunst hebben. Het had ook over kaas of meubels kunnen gaan. Al die argumenten gingen niet over de noodzaak toegang te verschaffen tot het produceren of faciliteren van kunst. Dat moet nu de focus worden van alle kunst instituties. We zijn op een reis, waarbij we gedateerde benaderingen van het artistieke en culturele leven achter ons moeten laten ten faveure van nieuwe manieren van kijken, vertellen en maken. Kunst heeft sociale barrières opgeworpen en nieuwe benaderingen van kunst moeten doordringen tot het besef van onze cultuur. Kortom een nieuwe visie. Jonah laat een filmpje zien, waarin te zien is dat een lichamelijke handicap van een voorheen niet gehandicapte muzikant leidt tot nieuwe technologieën om hem het spelen weer mogelijk te maken en zodoende leidt tot nieuwe ideeën en nieuw werk. En zodoende voldoet aan de noodzaak in de contemporaine muziek tot het uitvinden van nieuwe instrumenten. De muzikant (een trompettist) is volgens eigen zeggen door de ontwikkeling van de nieuwe mogelijkheden expressiever gaan spelen. ‘Diversiteit in kunst is een probleem, maar in wezen is het een route naar al onze toekomsten’.
Tijdens de vragenronde beklemtoont Jonah dat je op elk terrein diversiteit moet hebben. Het moet overal zijn: op het gebied van scenarioschrijven, producenten, mensen voor en achter de camera, in de fondsen, set designers, licht, enzovoort. Als je zwart bent en de cameraman weet niet hoe je uit te lichten, wordt je gereduceerd tot alleen tanden en ogen. En in een andere context: Als je theater niet de maatschappij reflecteert, hoe loopt het dan met toneel af in 20 jaar tijd? En wie koopt je films als je niet iets maakt dat relevant is voor het hele publiek?

Van boefje tot overvaller

foto-hesdy-lonwijk

Hesdy Lonwijk

Hesdy Lonwijk (regisseur) vertelt over de Making of.. een succesvolle zwarte filmmaker in een wit medialandschap. Hij beschrijft zijn ervaringen op de openingsavond van het festival. Die begon met een speech over de potentie van diversiteit en de rijkdom van alle verhalen die dat kan opleveren. Hij zat in de zaal met nog een stuk of tien andere niet witte makers. ‘’Ik dacht: ‘dat begint goed’ En toen kwam die film. Er zat 1 Marokkaan in. Hij was een boef. Hij had nog enigszins een ontwikkeling, n.l. van boefje tot overvaller met een pistool. En toen we de rest van de gekleurde cast in de gaten kregen, waren die allemaal verzameld in een kickboksschool en het ging er hard en agressief aan toe. Ik ben benieuwd waarom juist deze film het festival heeft geopend’.  De programmeur van het festival legt uit dat zij de keuze ook betreurde, maar dat men door allerlei belangen niet altijd geheel vrij is in de keuze.
Lonwijk vertelt verder over de obstakels van vooroordelen tijdens zijn carrière. Zo maakte hij een film over (witte) corpsballen. Mensen waren verbaasd, want hoe kan het dat iemand als hij (een Surinamer) een verhaal bedenkt over dat soort mensen? Hij heeft als Surinamer toch nooit bij een studentencorps gezeten? Lonwijk: ‘George Lucas is ook nooit in de ruimte geweest’. Hij citeert Viola Davis tijdens de Emmy-uitreiking: ‘The only thing that separates women of color from anyone else is opportunity. You cannot win an Emmy for roles that simply are not there’. ‘Krijgen wij de kans om ons eigen verhaal te vertellen? Hij vertoont een veelzeggend fragment van Amerikaanse maker Chris Rock:  ‘Just that you let Jackie Robinson into baseball that doesn’t mean that it’s equal. Baseball statistically isn’t equal almost until the seventies. Why do I say the seventies? Because that is when you start to see bad black base ballplayers. The true equality is the equality to suck like the white men. That is really Martin Luther’s dream coming true. These guys suck it. I watch the Oscars. Ok, these are the people who made the good movies. What about the people that made the bad movies? That’s most of the industry. I wanna be like that. Not that I want to be bad, but I want the license to be bad and come back and learn’. https://www.youtube.com/watch?v=XZ0fRBtAB1w&feature=youtu.be&t=2m42s
 

Hoe pijnlijk uitsluiting is

tessa

Tessa Boerman

Tessa Boerman is een van de oprichters van de ad-hoc werkgroep ‘Diversiteit’. Diversiteit is een natuurlijk gegeven: iedereen is divers. Dus het is een begrip dat staat als een huis. De vraag is alleen; wat gaan we er mee doen? De DDG wilde voorkomen dat het zou verzanden in vergaderingen en commissies. Ze stelde meteen een ad hoc-werkgroep samen met vier beroepsverenigingen, de FNP, ACT, Netwerk scenarioschrijvers en de DDG. Ze gingen maatregels inventariseren om diversiteit te bevorderen. Zodat er geen excuus meer zou zijn dat men niet zou weten waar te beginnen. Vervolgens werd het overleg breder gemaakt en werden andere partijen zoals het NFF en Filmfonds uitgenodigd. Alle lagen van het filmmaken werden besproken. Er werden twee adviezen uitgebracht; de eerste adviesbrief was gevraagd (door het Filmfonds), de tweede brief was ongevraagd en betrof lijsten met adviezen/suggesties voor opleidingen, de beroepsverenigingen, tot de fondsen aan toe. Concrete maatregelen waar je meteen mee aan de slag kunt.  Beiden zijn naar de hele filmsector gestuurd en staan op de site van de DDG.
Het is een beginpunt. Iedereen moet blijven herhalen en blijven monitoren. “We willen dat de gevestigde instituties hun structuur gaan veranderen. Er kan niet genoeg benadrukt worden hoe pijnlijk uitsluiting is. Het je uitspreken vergt moed, want je hebt het over collega’s en je bent zelf als maker afhankelijk van fondsen. Maar het moet.”
Tessa loopt de zaal in en interviewt kort André Sjouerman, die het belang van divers casten toelicht.
Voor de pauze houdt ACT Acteursbelangen een interactieve sessie met de zaal.  Presentatrice Ghieslaine Guardiola en panelleden Dennis Overeem, Dewi Reijs en Maeve van der Steen doen een quiz, waarbij de onbewuste denkbeelden van het publiek worden getest met vragen als ‘’Wie heeft er een filmpremière in Cannes?’’ Op prikkelende en geestige wijze wordt duidelijk gemaakt dat iedereen vooroordelen heeft. Het maakt de tongen flink los. De DDG dankt ACT voor deze bijdrage.
20160927 - Utrecht - Foto: Ramon Mangold/ NFF - Nationale Film Conferentie, Diversiteits Seminar door de Dutch Directors Guild (DDG). Karim Traidia (regisseur).

Karim Traïdia, foto: Ramon Mangold

Karim Traidïa, maker van één van de meest Nederlandse films ooit, De Poolse Bruid, vertelt over zijn vaak moeizame zoektocht films te financieren in Nederland en in het buitenland. Sinds 2010 maakt hij geen films meer in Nederland en hij probeert het niet eens meer. In 2000 maakte hij zijn laatste bioscoopfilm, vervolgens nog twee Telefilms. Daarna heeft hij een aantal projecten ingediend tot 2010. Telkens afgewezen of nog niet helemaal goed bevonden met de opdracht nog een keer te gaan herschrijven.  In zeven jaar tijd kwam hij met zes projecten en niet één werd er toegekend,  alleen af en toe scenariogeld.

Vertrouwen in de makers is weg

‘‘Een toenmalige tijdelijke directeur van de Filmacademie zei eens dat hij het zo jammer vond dat er zich zo weinig allochtonen aanmeldden. Ik werd enorm boos. Ik vroeg de directeur of er de afgelopen tien jaar één Ali of Mehmet aangenomen is op de academie. ‘Nee’. En bij al die honderden die zich aanmeldden, was er niet één bij die goed genoeg is? Daardoor denken ze  dat ze toch niet wordt aangenomen en dat het geen zin heeft zich aan te melden. Er zit ook geen Ali, Mehmet of Karim in zo’n commissie, die kan begrijpen wat het verhaal en de gevoelswereld is en die het kan verdedigen. Er is minder nieuwsgierigheid naar de ander dan voorheen. Als je over een probleem vertelt, wordt je eventueel gefinancierd, maar niet als je vertelt wie je bent, als het gaat over jouw wereld’. Traidïa’s eerste drie films (jaren ‘90) gingen alleen maar over die andere kant (Algerijnen in West-Europa). Hij geeft twee voorbeelden van films die hij maakte waarbij hij op voorhand geld kreeg. Extra geld van de NOS voor een eindexamenfilm die nog niet gedraaid was en waarbij hij aan Henk Suer (destijds NOS) alleen het verhaal vertelde. En geld van een producent voor een documentaire waarbij op dat moment alleen het idee bestond, geen scenario. ‘Er was toen nieuwsgierigheid en er was vertrouwen. Nu is het vertrouwen in makers weg. Gewoon in het algemeen, dat geldt niet alleen voor ‘gekleurde’ makers.’’
Lonwijk valt hem bij: ‘’Incidenten rijgen zich aaneen, zodat het geen toeval meer kan zijn. Dan heb je de zgn. quality trap. Laatst kreeg ik te horen: ‘ja, maar het moet wel goed zijn. Alsof je niet dezelfde opleiding hebt gehad als anderen. Er zijn andere voorwaarden voor het verkrijgen van vertrouwen. Vertrouwen zodat men in je investeert, omdat je talent hebt. Dat vertrouwen geldt niet voor bepaalde regisseurs, met name voor regisseurs met een gelaagde identiteit.’’  Traidïa: ‘’Dat is het. Maar twijfel nooit aan jezelf. Dat is precies wat ze willen. Dat je niet meer terugkomt. Blijf positief denken.’’

Ze mogen wel komen, maar ze zijn er niet

20160927 - Utrecht - Foto: Ramon Mangold/ NFF - Nationale Film Conferentie, Diversiteits Seminar door de Dutch Directors Guild (DDG). Doreen Boonekamp (Directeur Filmfonds) en Karima Belhaj (ING).

Doreen Boonekamp (directeur Nederlands Filmfonds) en Karima Belhaj (voormalig hoofd diversiteit ING) foto: Ramon Mangold

Vervolgens leidt moderator Kim Coppes een panel over diversiteitsbeleid. Karima Belhaj (voormalig hoofd diversiteit ING), Doreen Boonekamp (directeur Nederlands Filmfonds), Frans Klein (directeur tv NPO) en Kim Koppenol (projectmanager diversiteit RTL) nemen plaats. Desgevraagd oordeelt een ieder negatief over zijn of haar organisatie als het gaat om diversiteit. Koppenol: ‘Diversiteit werd bij ons altijd afgedaan met ‘ze mogen wel komen, maar ze zijn er niet’. Diversiteit raakt ook het onderwerp discriminatie en al helemaal de onbewuste vooroordelen. Het begint dus bij bewustwording. Voor de schermen gaat het redelijk, achter de schermen slecht. We zijn ontzettend wit’. Op een gegeven moment werd RTL geconfronteerd met een intern racistisch incident. Welke stappen werden er daarna ondernomen? Koppenol: ‘We hebben ons aangesloten bij The Other Network. Ze zijn er natuurlijk wel, maar we zoeken op de verkeerde plek. Vandaag hebben we een nieuwe recruiter aangenomen, iemand met een andere culturele achtergrond. Dan begint het waar het moet beginnen bij de tv, namelijk de recruitment. Onze werkgroep was in het begin radeloos. We wisten echt niet waar we moesten beginnen. Het is een complex onderwerp’.
De NPS zond nog niet zo lang geleden een spotje uit met de boodschap dat je Kerst met zijn allen viert. Alleen witte BN-ers te zien. Het kwam de organisatie op een hoop kritiek te staan.
20160927 - Utrecht - Foto: Ramon Mangold/ NFF - Nationale Film Conferentie, Diversiteits Seminar door de Dutch Directors Guild (DDG). Frans Klein (Hoofd televisie NPO).

Frans Klein, directeur televisie NPO, foto: Ramon Mangold

Klein: ‘We zijn wakker geworden. Al is het maar uit eigen belang. De doelgroepen veranderen, het is ook gewoon je publiek. De NPO is een witte organisatie. De mensen die de selecties maken van de programma’s zijn dominant witte mensen’. Welke stappen worden er genomen? Klein: ‘Het gaat zo. Ik wil voor Cultura een manager met een andere culturele achtergrond. Antwoord: ‘Is er niet’. Ik: ‘Dan maar geen nieuwe manager’. Vervolgens vinden we toch iemand’.
Boonekamp: ‘We hebben de verschillende sectoren gevraagd mee te werken. We willen input van de verschillende partijen. We hebben alle adviezen van de werkgroep overgenomen. Vanaf volgend jaar is diversiteit één van de beoordelingscriteria. We benaderen diversiteit vanuit het kwaliteitsperspectief. We willen de kwaliteit van de Nederlandse film omhoog halen. Daarbij speelt gender, leeftijd en ook culturele achtergrond een rol. Er is een grote kwaliteitsslag mogelijk, want het stelt ons in staat verhalen te kunnen verrijken en verdiepen. We vragen naar diversiteit voor en achter de camera in thematiek en in publieksbereik. Daar wordt op getoetst. Er wordt gevraagd dat te onderbouwen in de aanvraag.  We willen natuurlijk niet dat er te veel gelijksoortige films gemaakt worden. Het aanbod is niet divers genoeg, dus kunnen we het ook gaan stimuleren. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van projecten. Als je bijv. een witte scenarioschrijver hebt,  dan kan daar een externe adviseur aan toegevoegd worden. Niet een scriptcoach, maar iemand met een andere culturele achtergrond’. Koppenol: ‘Je kunt als bedrijf daarin een richting kiezen. Bij RTL wordt die discussie nu op het hoogste niveau gevoerd’.
Een niet witte producent in de zaal: ‘Het is zaak de eigen onbewuste vooroordelen die ieder mens heeft naar boven te halen. Kleur op beslissingsniveau maakt niet uit. Het gaat er om of iemand competent is. Wie gaat mijn Koreaanse film beoordelen?’
Boonekamp: ‘Wij gaan sowieso deze Bias-training (training waarin je leert je eigen vooroordelen te ontdekken) doen. En wij compenseren ons gebrek aan diversiteit binnen de organisatie met externe adviseurs. De terechte gevoeligheid zit hem in de grote publieksfilm. Dat is wat de meeste mensen herkennen als zijnde de Nederlandse film. En juist daar is de diversiteit ver te zoeken. Dat moet echt veranderen. Daar zit echter een andere kant aan: Bij de publieksfilm is heel veel van de financiering automatisch beschikbaar en dat maakt het ingewikkeld om het te sturen’.
Belhaj: ‘Ik vrees dat het niet voldoende is. Ik maak me zorgen om de mensen die beslissen. Ik werkte bij een grote witte bank, mannen. Ze zijn niet kwaadaardig, maar voorgeprogrammeerd.  Hoe worden we menselijker, hoe veranderen we? Door goede verhalen, die je herkent. Als ik mezelf in de ander herken. Die verhalen vind ik niet. Ik kan geen goede verhalen vinden om een directeur te overtuigen. Het gaat om authenticiteit, verhalen die wakker schudden, zodat er empathie en compassie komt. De culturele sector, vooral film, heeft een maatschappelijke taak hierin. We rekenen op jullie, zelfs in het bedrijfsleven. We moeten elkaar vooral bewust maken dat we unconscious biases hebben en dat die onze belangrijkste beslissingen beïnvloeden. Maar het moet verder gaan. Het gaat er om dat je je handelen, je dagelijkse werk, verantwoordt. Waarom heb je een keuze gemaakt? Is die echt zo rationeel? Voordat je consulenten benoemt, kan je ze een bias-training geven, maar je moet ook hun bias-niveau toetsen. Dat wordt nooit gedaan. Bij banken wordt iemand op zijn talent getoetst, niet op zijn bias. Ik pleit ervoor om dat wel te gaan doen. ‘

Aanval op je identiteit

20160927 - Utrecht - Foto: Ramon Mangold/ NFF - Nationale Film Conferentie, Diversiteits Seminar door de Dutch Directors Guild (DDG). Rodney Charles (Vice president van de African Actors Association)

Rodney Charles, foto: Ramon Mangold

Rodney Charles is acteur, model, regisseur, producent, scenarist en vice-president van de African Artist’s Association.
Hij beschrijft zijn jeugd in het Engeland van Margaret Thatcher in de tachtiger jaren. Het was toen vrij gangbaar extreemrechts en racistisch te zijn. Kinderen zoals hij werden in elkaar geslagen of zelfs vermoord. Met andere woorden hij groeide op in een maatschappij waarin je geen plaats hebt en in permanent fysiek gevaar leeft. Hij stelde zichzelf de vraag hoe waardering en status te verwerven. Zo kwam hij als kind op het idee acteur te worden, met als drijfveer zijn situatie te veranderen. Dat werd een lange weg. Hij beschrijft de pijn die het je voelt als je uitgesloten wordt van datgene wat je per se wilt doen. Acteur of artiest zijn is niet een grap. Je bent geboren in deze wereld met een doel. En op het moment dat dat ontkend wordt, is het een aanval op je sexuele identiteit en op je etniciteit. Het doet verschrikkelijke pijn, als je niet toegestaan wordt jezelf uit te drukken. Zijn weg naar het acteurschap was vrij lang. Hij leerde veel tijdens verschillende workshops die er toen veel waren in Engeland. Geïmproviseerd toneel ook met oudere acteurs en regisseurs. Door het spelen van veelal etnisch bepaalde rolletjes leerde hij op te komen voor zijn personages en leerde hij van zich te laten horen. Je moest leren je perspectief en je positie helder te verwoorden tegenover allerlei verschillende mensen om je heen. Als jonge zwarte acteur kreeg hij vaak te horen: “O nee, jouw karakter zou dat nooit doen. Je moet dit doen”. Ik leerde langzaam te zeggen: ‘Nee. Nee, ik wil dit doen’. Ik moest mijn positie verklaren en mijn collega-acteurs overtuigen. Dat het geoorloofd is dat mijn personage dit of dat doet. Ik moest leren in te gaan tegen de macht van de regisseur en hem overtuigen dat het belangrijk was dat mijn karakter niet altijd gecriminaliseerd werd door handtasjes van oudere blanke vrouwen te stelen.  Terwijl ik niet eens wist hoe je mensen berooft en wat de meeste mensen die ik kende ook nooit zouden overwegen te doen. Het stelde me in staat me uit te spreken en aan mijn positie vast te houden. Als acteur raakte ik zeer gefrustreerd door het gebrek aan mogelijkheden om mijn eigen lot te bepalen. Ik werd als Afrikaan als het ware geperst in Europese archetypes, waar ik niet aan wilde voldoen. Zo realiseerde ik me op een bepaald moment dat het belangrijk werd om zelf te gaan schrijven. Ik kwam op het punt dat ik die archetypes wilde herdefiniëren’.
 

Het begint bij bewustwording

Tot slot Monique Busman (producent De Familie Film & TV) en Aydin Dehzad (producent Kaliber Film)

20160927 - Utrecht - Foto: Ramon Mangold/ NFF - Nationale Film Conferentie, Diversiteits Seminar door de Dutch Directors Guild (DDG). Monique Busman (producent de Familie) en Aydin Dehzad (producent Kaliber Film)

Monique Busman (producent De Familie Film & TV) en Aydin Dehzad (producent Kaliber Film), foto: Ramon Mangold

Busman is anders gaan denken over culturele diversiteit vanaf het moment dat ze films over uitsluiting is gaan produceren. Haar ideeën veranderden heel erg door het produceren van de film Zo zwart als roet van Sunny Bergman. ‘Ik was daarvoor juist erg voor Zwarte Piet. Het begint bij bewustwording. Je moet je zelf trainen. Sunny’s nieuwe film heet Wit is ook een kleur. Dus dat je je bewust bent van je privileges. Een andere film die ze in dat bestek produceert is een film van Karin Junger. Junger is een witte moeder met een zwarte man en drie zwarte kinderen. De film gaat over die drie kinderen (en anderen in dezelfde positie) die na hun middelbare schoolperiode tot de ontdekking komen last te hebben van hun kleur. Ze ontdekken dat ze al heel snel aan een plafond zitten. Ze worden beoordeeld op hun kleur. ‘Daar is Karin enorm van geschrokken. Ze is vrienden van vrienden gaan interviewen en dat werd een shocking filmplan, waarin je testimonials leest van mensen waar ik me dood voor schaam. Gewoon bij mij om de hoek gebeurt dat. Ik ben zelf enorm veranderd door deze films. Door Sunny is de kleur bij ons op de werkvloer ook enorm veranderd. Ze brengt diversiteit mee. Zij is daar heel bewust mee bezig, ook in het werken met nieuwe makers. We hebben een workshop gehad, die heeft zij geïnitieerd, voor nieuwe onbekende makers, maar ook bekende Nederlanders van een andere afkomst, die ook wilden leren over ‘hoe kom ik binnen?’
Dehzad: ‘Maar jullie (Busman en Bergman) kenden elkaar al. Voor de nieuwe makers is dat totaal anders. Wij maken dingen die uit onze eigen achtergrond komen. Het is lastig verhalen met een diverse achtergrond neer te leggen bij het Fonds of de omroepen. Het begin is zwaar. En als er al een keer iets wel lukt, is er nooit een vervolg. Je krijgt geen tweede kans. Filmmakers worden verondersteld kilometers te maken, maar je krijgt geen kans’.
 

Tot besluit

Al met al een levendige middag met een publiek dat een grote persoonlijke betrokkenheid toonde. Waarbij o.a. de uiterst professionele houding van de makers in de zaal opviel. Een enkele uitzondering daar gelaten, kon iedereen de  verleiding weerstaan het probleem al te zeer op zichzelf te betrekken en zo de discussie in het anekdotische te laten verzanden. Terwijl het thema bij veel aanwezigen begrijpelijk veel emoties oproept.
Het valt te hopen dat de noodzaak van diversiteit  in alle sectoren echt serieus genomen wordt. En dat de roep om diversiteit, over een paar jaar, niet de zoveelste storm in een glas water is gebleken te zijn. Wat dat betreft baart de afwezigheid van (witte) producenten enige zorgen. Het Filmfonds, de omroepen en de castingbureaus leken wel overtuigd van de ernst. Om cultuurhistoricus Thomas von der Dunk (hij heeft het over de menswetenschappen) te parafraseren: “Een grotere diversiteit kan een artistieke kwaliteit op zich zijn. Omdat zij de kans op meer diverse inzichten vergroot. Alleen door bewuste diversiteit na te streven wordt de soort-zoekt-soort-neiging doorbroken die tot bevestiging van het eigen wereldbeeld leidt dat, bij gebrek aan tegenspraak, voor vanzelfsprekend wordt versleten. Terwijl het vaak op onuitgesproken, verre van vanzelfsprekende aannames berust.”
Er valt een enorme slag te maken en er valt een hoop te winnen. Puur pragmatisch (dus los van het ethische en morele aspect) is er weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat het publiek, de doelgroepen in jargon, cultureel en etnisch zeer veranderd is en in de komende tijd alleen nog maar meer zal veranderen. Alleen daarom al is diversiteit een noodzaak om te overleven. Hoe dat wringt liet de openingsavond van het filmfestival al zien, die voor een deel bestond uit een bevlogen speech met een pleidooi voor culturele diversiteit en een openingsfilm, waarin het niet-witte deel van de cast criminele, of op zijn minst uiterst agressieve karakters, dienden vorm te geven. Over archetypes gesproken. Het serieus nemen van culturele diversiteit zal leiden tot prikkelende ideeën en nieuwe vergezichten. De entree van Nederlandse Spike Lee’s of  Fatih Akim’s (Gegen die Wand) zou al een fantastisch Nederlands filmaanbod opleveren.
 
Verslag / Peter Dop
 
Dit seminar is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Nederlands Filmfonds. Met dank aan ACT Acteursbelangen en SjouerCasting.

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.