Upcoming (deel 9 van 10): Renko Koppe

Blog

Vrijdag 28 augustus, 2015

Door: Sander Houwen

Renko Koppe studeert deze zomer af met Le Reste. De film verkent de rol van media, beeldvorming en interpretatie in ons leven vanuit het perspectief van fotomodel Renée, geïnspireerd door het werk van de filosofen Jean Baudrillard en Michel Foucault.

Waar gaat je film over?
“De film gaat over een jong fotomodel en hoe zij zich verhoudt tot haar werk en de mensen om zich heen, maar wordt niet verteld in een traditionele narratieve vorm. Het is een vormexperiment waarbij associatie en symboliek worden gebruikt om de kijker zelf de context in te laten vullen, om hen zo te laten reflecteren op het medium en de taal van beelden. Daar zit nog een andere verhaallijn doorheen geweven die de toepassing van beelden en de betekenis ervan in een wat bredere context plaatst. Als ik te veel over het plot ga praten dan krijg je een verkeerd beeld van de film, want het is geen plotfilm.
Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk van wat ik tijdens mijn studie heb geleerd in mijn film te stoppen. De film is vrij gebaseerd op wat Baudrillard heeft omschreven als de vier fases van het beeld, waarin het beeld de werkelijkheid weergeeft, vervormt of vervangt.”

1. Het beeld is de weerspiegeling van een fundamentele realiteit.
2. Het beeld maskeert en perverteert een fundamentele realiteit.
3. Het beeld maskeert de afwezigheid van een fundamentele realiteit.
4. Het beeld heeft geen relatie met wat voor realiteit dan ook. Het is een zuiver
simulacrum van zichzelf.  [ Simulacra and Simulation / Baudrillard / 1994 ]

RENKO_900

Mediatheorie en filosfie
“Vanaf het 3e jaar van de opleiding loop je stage en zijn er groepsprojecten en die gaan over de toegepaste kant van het medium: opdrachtwerk, de commerciëlere toepassing. Ik miste daarin de inhoudelijke verdieping. Voor mijn paper die ik in het derde jaar moest schrijven ben ik heel veel mediatheorie en filosofie gaan lezen. Ik las toen Marshall McLuhan, Gene Youngblood, Thomas De Zengotita. Jean Baudrillard, Michel Foucault en het boek dat Foucault over René Magritte heeft geschreven. Via die weg ben ik terecht gekomen bij mijn afstudeerfilm. Het spelen met het medium zelf en de betekenis daarachter zoeken, vond ik fascinerend. Ik zat zo diep in die materie dat ik dacht: ‘hier wil ik mijn afstudeerfilm over maken’. Uiteindelijk is het helemaal geen letterlijke vertaling geworden van al die dingen die ik heb gelezen, maar meer een visuele reactie erop. Het is een behoorlijk experimentele film, maar dan in de vorm van een wat meer traditionele film. Omdat ik het juist heel interessant vind om op dat snijvlak te zitten tussen experimenteel en traditioneel en zo beeldtaal wil onderzoeken en waar mogelijk uitbreiden.”

Stijlen
“Ik heb bij het uitgangspunt van de vier stadia van het beeld verschillende stijlen gezocht die deze het beste weergeven. En ook al komt de theorie van Baudrillard er niet letterlijk in terug, het is wel in het beeld terug te vinden. Of men dat herkent weet ik niet, maar het is wel door mij zo uitgewerkt.
De film opent heel filmisch. Daarbij ben ik uitgegaan van Andrej Tarkovski die voor mij de meest beeldschone, eerlijke poëtische filmmaker is die niet pretendeert een bepaald realisme te vangen, maar die zijn films maakt met het idee dat film een spiegel biedt voor mensen om te reflecteren op hun eigen werkelijkheid, zonder dat dat beeld zelf die werkelijkheid weer zou willen geven.

De openingsscène hebben we op 35mm gedraaid. Dat iets is wat ik heel graag zelf een keer wilde doen, omdat het aan het verdwijnen is. De digitale camera’s worden steeds beter en mooier en werken makkelijker dan het werken met film, maar 35mm heeft een bepaalde ongrijpbare schoonheid. Zeker omdat er veel minder op celluloid gedraaid wordt is die schoonheid alleen maar aan het groeien. Je moet wel heel veel werk in de post-productie doen om digitaal geschoten beelden op hetzelfde niveau te krijgen. Terwijl film van zichzelf dat mythische, magische heeft dat ook heel goed past bij die openingsscène van mijn film.

Vervolgens zien we wat meer commerciëlere beeldtaal waar context wordt weggehaald en men sterk wordt gestuurd naar een bepaald beeld, een bepaalde boodschap die de maker ermee over wil brengen. En dat evolueert dan weer door naar beeldtaal dat heel erg zelfbewust is, waar de werkelijkheid helemaal gemanipuleerd kan worden. Daarbij gebruik ik digitale technieken zoals visual effects, een autoscène met backscène-projectie, greenscreen, animaties en dat soort dingen. Uiteindelijk ontstaat er dan een hyperrealiteit; de vierde en laatste fase waarin het beeld een vorm heeft die veel realistischer is dan de werkelijkheid. Het voelt realistischer omdat de realiteit helemaal opgeblazen is.”

Experimenteren
“Ik kan niet inzoomen op de dingen die ik zie. Film biedt die mogelijkheid om veel meer te kunnen zien dan in het echt mogelijk is. In dat kader gebruik ik dan ook alle technieken die tot mijn beschikking zijn, waardoor de film bijna een showreel wordt van wat ik de afgelopen jaren heb geleerd. Interessant is het om te kijken naar welke vorm en welke stijl het beste is voor welke context en het effect dat je daarmee wilt bereiken. Voor mezelf is het ook nog steeds een hele zoektocht. Ik vind het nu eenmaal ontzettend leuk om daarmee te experimenteren en te kijken wat ik er allemaal uit kan halen. Ik heb daar een sterk onderzoekende houding in.

Ik heb de film gedraaid met 2 cameramensen: Wouter Verheul en Rick Griemink. Zij hebben dus beiden de helft van mijn film geschoten. Omdat ik met verschillende stijlen werk, vond ik dat een leuke insteek. Met twee cameramensen werken heeft voor- en nadelen. Als je met één cameraman werkt kun je heel toegewijd het geheel uiteen zetten. In dit geval is het veel meer een groepsding. Als regisseur moet ik daardoor nog meer het overzicht bewaren. Gelukkig ben ik genoeg thuis in camera en beeld om dat te kunnen. Beeld is voor mij sowieso het belangrijkst.

Het leuke bij ons op school is dat de vormgevers (camera, licht, techniek) allemaal veel samenwerken. Zij regelen onderling hun eigen assistentie en vervanging indien nodig. Op die manier hebben ze een aardige pool van leuke, goede mensen waar ze uit kunnen putten.”

Andere regisseurs
“Alex van Warmerdam is natuurlijk ontzettend boeiend. Zijn films hebben zo een heel eigen identiteit. Hij onderscheidt zich daar echt mee. Borgman is misschien wel mijn favoriete Nederlandse film.
De term experimenteel is heel makkelijk te gebruiken, maar die is zo ongelooflijk breed. Ik zou het zelf liever free-vorm noemen of zo. Dingen die op zichzelf staan. In Nederland is niet zo heel veel geld in deze branche om daar vrij mee om te springen. Uiteindelijk werkt de wereld nu eenmaal zo dat geld over het algemeen terugverdiend moet worden. Heel begrijpelijk, maar daarom zijn de grotere films in Nederland voor mij iets te mainstream. Een goede film is een goede film, ongeacht welk genre het is, maar zelf vind ik de Amerikaanse films, net onder de categorie blockbusters, zoals films van de Coen brothers en zo, de beste. Die films staan niet eens zo ver af van Alex van Warmerdam, als ik er zo over nadenk. Maar dat soort films trekken mij het meeste aan. Daarnaast vind ik de Aziatische, met name Japanse, cinema ook heel boeiend. Daar worden vaak originele dingen in gedaan. Uiteindelijk heeft dat mijn voorkeur. Dingen die op het randje zitten en dan kijken hoe ver ze eroverheen kunnen gaan.”

Toekomst
“Ik wil graag de tijd nemen voor een scenario voor een korte film. En daar wil ik voor mezelf geen druk op leggen. Dat is iets wat ik in mijn eigen tijd ga doen en wanneer het af is wil ik ermee de boer op gaan om te kijken of er partijen zijn die dat met mij willen doen. Omdat ik ook interesse heb in de bredere toepassingen, wil ik voor mezelf beeldende werken gaan maken die waarschijnlijk meer geschikt zijn voor een museale context. Dat is iets waar ik nu wat meer op wil focussen. Op school heb ik vooral in de film-hoek gezeten. Nu wil ik wat meer de kant op van video-kunst. Ik heb al genoeg contacten waardoor ik werk in de corporate hoek kan gaan doen, maar uiteindelijk is dat natuurlijk niet waarvoor ik mijn opleiding ben begonnen.”
Le Reste op FACEBOOK

Door: Sander Houwen

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.