Masterclass Internationaal Coproduceren

Blog

Vrijdag 13 oktober, 2017

VERSLAG MASTERCLASS INTERNATIONAAL COPRODUCEREN MET LISE LENSE-MØLLER
Vrijdag 22 september 2017, Blauwe Zaal, Stadsschouwburg Utrecht
De middag bestond uit een masterclass gegeven door de Deense producent Lise Lense-Møller met na de pauze een korte paneldiscussie met regisseur Coco Schrijber en producent Frank van den Engel van Zeppers Film, over de verschillende door Lise aangehaalde onderwerpen.
Korte introductie
Lise Lense-Møller stelt zich kort voor. Ze heeft 40 jaar ervaring en heeft in die tijd zo’n 60 à 70 films geproduceerd. Een groot deel hiervan betreft een coproductie. Wat haar opvalt, is dat er minder coproductie voorstellen uit Nederland komen dan uit andere landen. Voor veel andere landen lijkt coproduceren normaler te zijn dan voor Nederland.
Deze middag wil ze een beeld schetsen van de omgeving waar je je in bevindt als je aan coproduceren doet. Haar doel deze middag is om ons bewust te maken van zoveel mogelijk aspecten van coproductie:
“I want to make sure there is as little as possible that you don’t know you don’t know.”
 
Documentaire industrie – kenmerken
We leven in een project economie. Veel bedrijven hebben gebrek aan financiering en zijn vaak overwerkt. Een aantal dingen spelen hierbij een invloedrijke rol:

  • Distributie
    De distributie van documentaires gaat niet automatisch en verschilt erg van fictiefilms. Als je als producent meer aan het bereik van de film wilt doen, anders dan een Tv-uitzending, moet dit vaak opgebouwd worden en vergt dit dus veel extra tijd. Daar komt bij dat documentaires een klein marketing budget hebben.
  • Niet lineair documentaire proces/lineair financieringssysteem
    Het productieproces van documentaires is een niet lineaire en is dus anders dan dat van fictiefilms. Eigenlijk komt een documentaire pas uit het productieproces als de final-cut fase is bereikt. Financieringssystemen van fondsen zijn echter gebouwd op een lineair proces zoals bij fictiefilms het geval is. Bij documentaires heb je geen controle over de realiteit die je filmt.
  • Hoog risico/lage beloning
    Door bovenstaande dingen loop je bij het maken van documentaires een hoger risico en krijg je een lagere beloning. Vaak wordt er al gefilmd voordat alles helemaal geregeld is, gebeurt er iets onverwachts of wordt er nog iets bijgedraaid.

Dit zorgt er wel voor dat de documentaire wereld er een is met veel passie en toewijding voor de films.
 
Financieringsbronnen

  • Subsidie (nationaal, regionaal, pan-nationaal)
    Subsidies zijn van groot belang voor Europese films. Met name doordat je de film niet zult kunnen financieren met enkel het geld dat de film zal opbrengen.
  • Marktgeld
    Wanneer je de toekomstige opbrengst van de film spendeert gedurende de productie.
  • Industrie/privé
    Wanneer je bijvoorbeeld besluit dat je hetgeen waarmee je uitbetaald zou worden, investeert in het project.
  • Inhoud gerelateerd geld
    Geld dat komt van belanghebbende groepen. Gebeurt vrijwel nooit in fictiefilms. Belangrijk om de onafhankelijkheid van de film hier wel in de gaten te houden.
  • Film ‘crew’
    Dit is iets wat je liever vermijdt. Dit is wanneer je mensen om een gunst vraagt en zij iets voor jouw project doen zonder hiervoor uitbetaald te worden. Gebeurt bijvoorbeeld als de financiering toch niet rond te krijgen is. Veel filmmakers gaan toch door.

 
WAAROM coproductie
In het kort: Het maakt het mogelijk om je films te maken, om te groeien, te leren, netwerken op te bouwen, en een boeiend professioneel leven te hebben.
Bij het maken van een coproductiestructuur is het belangrijk om je bewust te zijn van de verschillende mogelijke motivaties. Er zijn natuurlijk ontelbare uitzonderingen, maar dit is een versimpelde opsomming van mogelijke motivaties:

  • Politiek perspectief
    In het begin was coproductie een politiek iets toen de EU ontstond. Het idee was dat het zou stimuleren tot de vorming en versterking van één cultuur, en nieuwe allianties teweeg zou brengen. Daarnaast was het een manier om de dominante positie van de VS tegengas te kunnen bieden.
  • Subsidiesysteem
    Om industrie en cultuur in beweging te houden, eigen industrie te versterken, om het gat te dichten tussen de kosten en de revenu.
  • Filmmakers perspectief
    Belangrijkste doel is het maken van de film. Coproductie kan een middel zijn waardoor dit doel bereikt kan worden.

 
Motivaties vanuit de (co)producent
Er is een verschil tussen de motivaties van de hoofdproducent en die van de minoritaire producent. Waar de hoofdproducent vaak bereid is net dat stukje meer te doen voor de film, ziet de minoritaire producent het vaak meer als een opdracht. Het is belangrijk om te begrijpen met wie je werkt en wat hun motivaties zijn om samen te werken.

  • Motivaties hoofdproducent
    • Het maken van de film
    • Het verkrijgen van toegang tot iemand in een ander land
    • Productionele behoeften
    • Financiering
  • Motivaties minoritaire producent
    • Business/overheads
    • Snelle projecten/resultaten
    • Goed voor track record, CV
    • Eigen netwerk opbouwen

Projecten kunnen gedurende een lange tijd lopen. Daardoor kan het voordelig zijn om als minoritaire producent deel te nemen aan korte termijn projecten. Je wordt dan pas actief in het project zodra het klaar is om het productieproces in te gaan.
 
Voorbeelden uit ervaring als minoritaire producent:

  • Een heel groot creatief element van de film werd zonder aankondiging gewijzigd, namelijk de narration van de film. Dit had grote consequenties voor de distributie van de film. De nieuwe narration deed het erg slecht in Denemarken. Als minoritaire producer heb je hier geen controle over.
  • Samenwerking met een bedrijf van regisseurs. Dit leverde problemen op met de final accounts. Lense-Møller kreeg hen niet zo ver om mee te werken een definitieve versie bij een instituut af te leveren en zij kon dit zelf niet doen door haar positie als minoritaire producent. Het bedrijf van regisseurs gaf meer om het afreizen naar festivals.

 
Motivaties vanuit nationale/regionale filmfondsen
Fondsen zijn gericht op handel en sommigen zijn zelfs niet per se geïnteresseerd in de inhoud van de films. Geen creatieve focus. De focus ligt op projecten met de meeste mogelijkheden voor het creëren van beweging in de markt.

  • Het vervullen van de doelen en regulering van het fonds zelf
  • Het versterken van de lokale filmindustrie
  • Het verlengen van de eigen economie
  • Prestige
  • Strategische politieke alibi
  • Lokale omzet

Een van de belangrijkste voorwaarden voor fondsen is de creatieve input van het coproductie land, of op zijn minst technische input. Je krijgt zelden meer geld dan je zult uitgeven in het desbetreffende land.
 
Motivaties vanuit de film zelf
Positieve punten:

  • Verbetering van het verhaal/creatieve input:
    Coproductie zorgt voor nieuwe perspectieven. Het is waardevol om met meerdere ogen naar het project te kunnen kijken. Nieuwe manieren van naar de wereld kijken en leren gaat gemakkelijker wanneer je uit je comfortzone treedt.
  • Bredere perspectieven:
    Het is van belang te zorgen dat er niet iets in de film zit wat geheel onbegrijpelijk is voor een internationaal publiek. Weet wat een publiek niet kan begrijpen, door het verschil in context. Een nieuw paar ogen houd je scherp. Maak het zo internationaal toegankelijk als mogelijk, maar gooi niet de hele film om.
  • Productie assistentie in het buitenland
  • Toegang tot talent, crew, faciliteiten, archieven
  • Meer mogelijkheden voor distributie
  • Gelden vanuit het coproductieland
  • Strategische partnerships, opbouwen van netwerk


Negatieve punten:

  • Meer kosten: Wees je er bewust van dat je meer geld nodig zult hebben.
  • Extra tijd: Het kost meer tijd. Meer rondes van aanvragen, feedback, rough cuts, screenings en levering.
  • Extra administratie: Meer bronnen, dus meer administratief werk. De digitale tijd zorgt er onder andere voor dat elk festival eigen regels maakt voor het indienen of pitchen, wat betekent dat je bezig bent met herschrijven.
  • Verminderde flexibiliteit
  • Reis- en accommodatie kosten
  • Vertalingen
  • Deliveries
  • Verdeling van rechten en distributie inkomsten
  • Verdeling van creatieve controle: De creatieve controle moet daar zijn waar de visie voor de film is. Je kunt luisteren naar input, maar bedenk hoever je je hierdoor laat meeslepen.

 
Wat heb je te bieden?
Los van wat coproductie kan opbrengen, is het van belang te bedenken wat deze coproductie de andere partij(en) kan brengen. Waarom is dit project interessant voor de andere coproducent? Bijvoorbeeld:

  • Deel uitmaken van een aantrekkelijk project
  • Het invullen van belangrijke creatieve functies
  • Track record en ervaring – goed voor CV
  • Zakelijk

Voorbeeld:
In het fictieve geval dat je al een presale hebt geregeld, kun je overwegen die presale te overhandigen aan de coproducent uit het desbetreffende land. Jij hebt het niet per se nodig, maar het maakt het samenwerkingsverband meteen interessant voor de andere partij.

Coproductie deal
Coproductie contracten zijn vaak 10 à 15 pagina’s lang. Een aantal dingen om daarin op te nemen:

  • Verdeling creatieve functies
  • Verdeling van productionele taken en functies
  • Verantwoordelijkheden en rechten
  • Toegewezen budget inclusief overhead en onvoorziene kosten
  • Financieringsgebieden
  • Distributiegebieden
  • Tijd in relatie tot succes/falen: Hoe lang wacht je op je coproducent? Wat als jij alles rond krijgt, maar je coproducent heeft lange tijd geen succes? Wat is het moment dat je besluit met iemand anders in zee te gaan?
  • Verdeling van de omzet

Het aandeel van omzet en eigendom is onder andere gebaseerd op:

  • Coproductie regels en conventies
  • Onderhandeling
  • Het verdelen van geld en gebieden
  • Investering van eigen vermogen (cool cash)
  • Soft money
  • Waarde van de input
  • Verantwoordelijkheid, ervaring, initiatief
  • Werkdruk
  • Risico, beloning, tijd

Voorbeeld:
Je kunt natuurlijk al het geld in één pot stoppen en dat verdelen, maar je kunt ook op een andere manier naar geld kijken. Naar het soort geld bijvoorbeeld. Lise is bezig met het opzetten van een coproductie tussen Denemarken (relatief ‘duur’ land) en Georgië (relatief ‘goedkoop’ land). Het gehele budget vanuit Georgië is ongeveer gelijk aan het Deense budget voor de postproductie van het geluid. Het zou niet eerlijk zijn te zeggen dat je beide 50% bezit. Het is dan bijvoorbeeld een optie om bepaalde gebieden te beperken tot de Georgische coproducent. Zodat je nog steeds 50/50 de winst verdeelt, maar niet van die specifieke gebieden.
 
Coproductie conventie structuren

  • Bilateraal
    • Hoofdproducent maximaal 80%
    • Minority producent minimaal 20%
  • Trilateraal of meer
    • Hoofdproducent maximaal 70%
    • Minority producenten elk minimaal 10%

Bekijk waar in het contract je kunt schuiven. Bij een echte coproductie zijn partijen bereid elkaar te helpen. Politieke en subsidie systemen hebben hun regels, maar uiteindelijk wil niemand een interessante coproductie afwijzen op basis van gebrek van een paar procent.
Voorbeeld:
In de coproductie deal met Hongarije, kunnen we bijvoorbeeld zetten dat Hongarije Duitsland ‘bezit’ of het recht bezit om daar presales te maken. In dat geval is het ineens wel mogelijk om de 20% te halen.
 
Oplossingen voor de percentage regels

  • Een onderliggende onofficiële coproducent is toegestaan om te zorgen dat elke coproducent alsnog aan het minimum van 10% komt. Ook als het om bilaterale coproducties gaat, kan dit ingezet worden.
  • Strategische toewijzing van rechten/sales/deals. Door strategisch om te gaan met de toewijzingen van rechten en sales kun je zorgen dat je nog altijd voldoet aan de percentuele eisen.
  • In het geval dat de coproducent meer werk verricht heeft dan jij, kun je voor een corridor zorgen die stelt dat het eerste geld dat binnenkomt voor de coproducent is en je daarna pas de winst verdeelt.
  • Vergoeding voor outreach werk.

 
Vuistregels

  • Bescherm het project
    Uiteindelijk is het project zelf het belangrijkste. Laat je niet te veel meeslepen in de technische kant van de coproductie. Creativiteit is het belangrijkst. Zowel de kwaliteit van het project als het proces zelf moet worden gewaarborgd. Een naar proces zorgt meestal ook voor een minder resultaat. Blijf je beslissingen bevragen, maar laat je niet opzuigen door de technische puzzel.
  • Vind goede partners
    Werk met partners die kunnen leveren, die je vertrouwt, waar je mee wilt samenwerken, die iets kunnen bieden wat bij jouzelf ontbreekt, die dingen nodig hebben die jij kunt bieden, die geïnteresseerd zijn.

 

PANELDISCUSSIE – Lise Lense-Møller, Coco Schrijber, Frank van den Engel
In de paneldiscussie, die geleid werd door Peter Jaeger, kwamen verschillende vragen en onderwerpen naar voren.
Aan de hand van How to meet a Mermaid werd er besproken hoe Coco Schrijber de coproductie heeft ervaren. Over het algemeen was het een positieve ervaring, maar ze zou het in het vervolg niet snel nog een keer doen. Het werd een coproductie omdat ze graag met een Deense cameraman wilde werken. Positief vond zij dat er meer geld beschikbaar was voor de productie van de film. Nadeel vond ze dat de mensen met wie je het nauwst samenwerkt, ver weg wonen en je niet de mogelijkheid hebt om elkaar terloops te spreken. Het kan daardoor een eenzamer proces zijn.
Lise merkte op dat zodra je dit als struikelpunt hebt gesignaleerd, je hier ook een oplossing voor zou kunnen vinden. Zoals regelen dat je eens in de zoveel tijd overvliegt. Al zou dit in verhouding tot het milieu misschien niet zo’n groene oplossing zijn, werd opgemerkt vanuit de zaal.
Frank is bezig met een internationale coproductie met een Amerikaans bedrijf. Deze kwam met name tot stand vanwege muziekrechten en het feit dat dit bedrijf al plannen had voor een documentaire. Gezamenlijk waren de kosten te dragen. Soms moeizaam doordat zij graag hun ideeën naar voren brengen in de samenwerking. Maar zij hebben een heel ander idee over de creatieve vorm van de film.
Lise geeft de zaal de tip om naar de credits van andere films te kijken. Hier kun je veel inspiratie uit halen over hoe anderen het voor elkaar hebben gekregen. Met wie hebben ze samengewerkt, wie heeft het gefinancierd?
Het lijkt binnen Nederland relatief gemakkelijk te zijn om een documentaire geheel te financieren. Makkelijker dan in andere landen. Het voorbeeld van de nieuwe film van Frank werd aangehaald, waarvoor hij 500.000 euro met de gebruikelijke fondsen (omroep, CoBO, Filmfonds, Production incentive, Mediafonds) heeft binnengehaald. In Denemarken krijg je hoogstens 300.000 euro voor grote projecten, maar gemiddeld is zo’n 150.000 euro normaal.
Wat meerdere keren herhaald werd door zowel Lise, Frank als Coco, is het belang van netwerken. Mensen met wie je mogelijk samen kunt werken, maar ook mensen van wie je kunt leren.
Tekst: Anouk Houtman
Foto’s: Melanie Lemahieu, Nederlands Film Festival 2017.
 
De Masterclass is mede mogelijk gemaakt door een financiele bijdrage van het Nederlands Filmfonds 

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.