Rens Machielse over iteratieve processen en het belang van tussenmixage

Blog

Maandag 15 december, 2014

Door: Sander Houwen

Tijdens het DDG Seminar over muziek hield Rens Machielse, hoofd van de HKU-opleiding Muziek en Technologie, een theoretische inleiding. Deze inleiding was (deels) gebaseerd op zijn thesis Interaction and collaboration in narrative postproduction. De inleiding en zijn thesis zijn aanleiding om Rens Machielse op te zoeken op de HKU in Hilversum en eens verder door te praten over post production meetings en iteratieve postproductie.

Wat was de aanleiding voor het schrijven van je onderzoek?

“Wat ik altijd heel raar heb gevonden is dat er wél altijd een PPM (pre-production meeting) plaatsvindt waar iedereen die elkaar op de set gaat tegenkomen bij elkaar komt, maar dat de regisseur tijdens de postproductie één op één communiceert met een sound designer en met een componist en met een editor; allemaal op basis van één-tweetjes.
Omdat er nooit een post production meeting plaatsvond heb ik op een gegeven moment zelf het initiatief genomen om bij elkaar te gaan zitten. Dus met de sound designer, de editor, de componist en de regisseur. Op zo’n bijeenkomst kun je op allerlei niveaus afspraken maken: over het proces, over hoe je dingen technisch met elkaar uitwisselt en ook inhoudelijk: hoe zien we die film.
Als een regisseur niet heel erg standvastig is, in die één-tweetjes zit en zich op het ene moment laat leiden door wat een sound designer vertelt en op een ander moment laat leiden door wat een componist vertelt, dan krijg je verschillende benaderingen. Die verschillende benaderingen komen pas tot uiting op het moment dat ze bij elkaar komen en dat is vaak bij de eindmixage.”
picture Rens Machielse

Het klinkt alsof ook veel ervaren mensen daar niet heel bewust mee bezig zijn.

“Dat varieert. Er spelen natuurlijk allerlei begrijpelijke factoren een rol. Enerzijds zijn mensen vaak met verschillende projecten tegelijk bezig. Anderzijds spelen tijd, beschikbaarheid en de financiering een rol. Dat laatste is trouwens erg betrekkelijk, want het betekent helemaal niet dat de regisseur, de editor, de sound designer en de componist continue aanwezig moeten zijn of continue met elkaar aan de slag moeten. Maar bepaalde essentiële elementen moeten wel in een vroeg stadium op elkaar afgestemd worden.
Het is overigens niet zo dat de manier die ik voorstel altijd tot een beter eindresultaat zal leiden. Ik zeg alleen: je richt het proces zo in, dat je meer onderzoek kunt doen. Dus dat je op een meer interactieve en iteratieve manier [een iteratief proces, zie onderaan] tot een eindproduct komt. Of dat vervolgens beter is of juist minder goed, dat hangt van het team en de kwaliteiten van de mensen af. Je onderzoekt dus meer mogelijkheden die je anders – als iedereen individueel aan het werk is – niet aan de orde komen.”

Op welke manier werkt het postproductie proces bij documentaire anders dan bij fictie?

“Documentaire komt veel meer tot stand in de postproductie zelf. De montage zal daar überhaupt anders gaan. Ik kan me niet voorstellen dat een editor al tijdens de draaiperiode die documentaire in elkaar zit te flansen.
Het script ligt een stuk minder vast in vergelijking met het script van een fictiefilm. Er wordt vaak meer ingespeeld op wat er zich voordoet en vaak meer materiaal gedraaid. Vervolgens moet je als regisseur en editor grip zien te krijgen op dat materiaal. Daar kan muziek en geluid ook een rol in spelen. Soms heel groot, soms heel klein. Maar dat kan deel uitmaken van die zoektocht die dan gaat beginnen. Het hangt van het karakter van de film af, van de locaties en associaties die je als regisseur hebt in hoeverre de audio daar een rol in kan spelen.
Documentaire is een bepaalde kijk op de werkelijkheid. Een vrij essentieel aspect van muziek bij documentaire is dat het geen dramatische ontwikkeling kent. Zodra je dat gaat doen voel je je als kijker al heel snel gemanipuleerd.”

Wat is het belang van tussenmixage?

“Het fenomeen tussenmixage is iets wat je zelden tegenkomt. Dat zou een belangrijkere plek moeten krijgen. Met tussenmixages krijg je namelijk een idee of je elkaar niet in de weg zit.
Je kunt door een camera kijken en zeggen: deze kadrering wil ik niet hebben. Dat is iets wat je gelijk kunt zien. Geluid en muziek is daarentegen altijd ongrijpbaar geweest. Met samples en schetsen kan een componist een realistisch beeld maken van wat de uiteindelijke soundtrack straks gaat worden, maar in het hele auditieve gebied komen dingen pas echt samen in een mixage. Dan heb je het over de sound-design en muziek, maar ook over dialoog en dingen als voetstappen en deuren etc.
Vaak werk je als componist met setgeluid dat grotendeels bestaat uit dialoog. Dus van alle deuren en alle andersoortige geluiden moet je als componist een soort inschatting maken van hoe hard die ongeveer in een eindmixage terecht zullen komen. Die geluiden kunnen heel erg bepalend zijn voor een soort gevoel van ritmiek in een scène. Als er bijvoorbeeld heel veel gelopen wordt in een scène en een sound-designer heeft veel aandacht besteed aan voetstappen, omdat ze terecht ook iets vertellen over het karakter van het personage, dan kan dat heel bepalend zijn en tegelijkertijd ook ontzettend botsen met de ritmische inhoud van de muziek bijvoorbeeld. Het kan zo zijn dat de muziek of die voetstappen noodgedwongen veel zachter in een eindmixage moeten komen dan in eerste instantie de bedoeling was. Daarom zijn tussenmixages zo belangrijk, omdat componisten en sound-designers in hetzelfde domein aan het werk zijn.”

Wat is er op de opleidingen veranderd op het gebied van muziek, geluid en post-productie?

“De lessen gaan nu veel meer over functionaliteit van muziek en geluid. Hoe zit een verhaal in elkaar en welke rol kan muziek vervullen? En tegelijkertijd gaat het om het proces, omdat het van die multidisciplinaire processen zijn waarin je met allerlei disciplines moet samenwerken. Dus je moet ook een beetje weten hoe een editor werkt en hoe montage ongeveer in elkaar zit.
De functionaliteit, de rol van muziek en geluid in media en het ontwerpproces met die andere disciplines heeft een veel grotere rol gekregen in de opleiding. Het is veel belangrijker geworden. Ook omdat het in toenemende mate mogelijkheden biedt voor componisten en sound-designers om zich te profileren. Omdat je op een bepaalde manier samenwerkt. Of omdat je juist goed bent in het vertellen van verhalen.
Mijn dochter heeft deze zomer de filmacademie afgerond, met als studierichting productie. Je ziet daar nog steeds een traditionele verdeling. De regisseur is nog steeds de koning en geluid moet zich nog steeds een plek bevechten binnen de andere disciplines. Ook dan is het weer afhankelijk van individuen in hoeverre zij zich bewust zijn van het belang van geluid en of ze daar het hele proces op inrichten. Ook onder docenten is daar nog steeds wel een gevecht gaande.”

Wat kunnen we – als het gaat om iteratieve samenwerking – leren van de game-industrie?

“Bij Guerrilla Games is een enorme sectie databeheer. Iedere sound-designer en game-artist (degene die de karakters tekent) uploadt aan het eind van elke werkdag zijn laatste versie. De volgende dag downloaden ze die laatste versie van elkaar. Als het karakter uit de game is veranderd van een dun in een dik figuurtje, dan heeft dat consequenties voor bijvoorbeeld de voetstappen die erbij horen. Dus zij moeten continue interacteren met elkaars materiaal. Het is een heel systematische manier van werken dat plaatsvindt met behulp van bepaalde protocollen, zodat je nooit met een gedateerde versie aan het werk bent.
Dat zal voor film in die vorm wellicht niet helemaal werken, maar het op regelmatige basis uitwisselen van materiaal kan heel effectief zijn in het productieproces. Als je als componist en sound designer iedere dag je materiaal zou uploaden, en je weet van elkaar bij welke scène het hoort, dan zou dat heel handig kunnen zijn. Dat vraagt wel om een protocol, zodat je bijvoorbeeld weet dat je aan het werk bent met de meest recente versie. Dat principe van continue elkaars werk toesturen zie ik op dit moment in de filmwereld nog niet gebeuren, maar dat zou wel een ontwikkeling kunnen zijn. Het is niet verkeerd om daar eens over na te denken.
Eigenlijk vind ik dat een producent en een regisseur het initiatief moeten nemen om een postproductie meeting op te nemen in het productieplan. Er is veel te halen als je daar wat fundamenteler over na gaat denken. Dat is ook iets waar in een vakvereniging over nagedacht zou kunnen worden, door ervaringen en zienswijzen van diverse regisseurs op een rijtje te zetten.”


Iteratief:
“Iterative design is a design methodology based on a cyclic process of prototyping, testing, analysing, and refining a work in progress. In iterative design, interaction with the designed system is used as a form of research for informing and evolving a project as successive versions, or iterations of a design are implemented (Zimmerman 2003).”
Door: Sander Houwen

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is telefonisch bereikbaar op:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 – 17.00 uur.